De Armen de Poth is tegenwoordig een woonhofje in het centrum van Amersfoort. Eind negentiende eeuw is bij het hoofdgebouw het voormalig pesthuis afgebroken en zijn er woningen gebouwd. Zo is het huidige hofje ontstaan. Tot ongeveer de jaren zeventig bakt hier de zogeheten binnenvader het brood, uiteindelijk alleen nog voor de bewoners van het hofje. Wanneer de mensen rond 1967 AOW krijgen en ook goedkoop fabrieksbrood verkrijgbaar is, stopt men met het uitdelen van brood.

Wieger van de Kolk, huisarts en kunsthistoricus, is sinds een paar jaar regent van de stichting De Armen de Poth. ‘Dat klinkt heel gewichtig maar we zitten gewoon met zeven mensen in het bestuur van de stichting’, zegt hij. ‘We hebben als doelstelling twee taken: het cultureel erfgoed, oftewel het hofje met het historische hoofdgebouw, de zestig woningen en een kapel, in stand houden en doorgeven aan een volgende generatie. De tweede doelstelling is onderdak bieden aan mensen met een smalle beurs die boven de zestig zijn.’

Prachtige oude oven
Wanneer Peik in opdracht van Hofje Codde en Van Berensteyn als ontwerper/kunstenaar samen met een team bezig is met een ontwerpproject over de toekomst van hofjes in Nederland, spreekt hij een regentes uit een hofje in Den Haag. Zij drukt hem op het hart om naar het hofje De Armen de Poth te gaan: dáár hebben ze een prachtige oven waarvan zij al jaren roept dat die weer in gebruik genomen moet worden. Peik besluit een mailtje te schrijven en krijgt een aardig berichtje terug van de regenten van het hofje. Hij gaat op er bezoek en vertelt zijn ideeën over het belang van de oven, die eeuwenlang heeft gebakken voor de armste mensen in Amersfoort, en dat het een deel van het cultureel erfgoed is.
De oven is op dat moment wel aan het einde van zijn levensduur en wordt gebruikt om oude troep in op te stoken. De regenten worden aan het denken gezet door het gesprek met Peik, want de oven is het enige niet-gerestaureerde onderdeel van het hofje. En deze oven vormt wel een belangrijk deel van het immateriële erfgoed van De Armen de Poth.

Culturele betekenis
Peik: ‘We moeten de culturele betekenis van die oven vertalen naar deze tijd, dan heb je een claim op de toekomst en verbind je het verleden met het heden.’
Het blijkt een lange weg: de gesprekken die volgen zijn leuk en interessant, maar de regenten houden de boot een beetje af als er tot daden overgegaan moet worden. Peik is twee jaar bezig met plannen schrijven, gesprekken voeren, aanpassen en bijsturen. ‘Nee, we hebben nu geen tijd,’ roepen ze dan, ‘want in juni hebben we de stichtingsdag, maar in september praten we graag weer verder.’ Zo gaat het lange tijd.

Werken van barmhartigheid
Peik zegt: ‘De zeven werken van barmhartigheid liggen ten grondslag aan het hofje. Niet uit religieuze overtuiging, maar uit maatschappelijke betrokkenheid. Die werken heb ik als uitgangspunt genomen voor het project. De bakkerij is in al zijn eenvoud de verwezenlijking van het feit dat je “De hongerigen moet spijzen”. De bakkerij kan het centrum zijn van het afstoffen en oppoetsen van die zeven werken in deze tijd. Kijk bijvoorbeeld naar de vluchtelingen in kamp Moria op Lesbos; dat heeft er mee te maken dat mensen op niet zo’n goede manier onderdak bieden aan andere mensen. Alle zeven werken zijn te verbinden met een situatie in onze huidige maatschappij. Vandaaruit kun je kijken hoe je er anders of beter mee zou kunnen omgaan. Al zorgt het maar voor de bewustwording.’
Halverwege het hele proces realiseert Peik zich nog iets anders. Oorspronkelijk staan er zes werken van barmhartigheid in de bijbel, opgetekend door Jezus. Totdat ergens in de veertiende eeuw de paus zicht ergert aan het feit dat de armste mensen die doodgingen gewoon over de stadsmuur gedonderd werden en opgegeten werden door de beesten. Omdat hij dat zo mensonterend vindt, voegt hij er een werk aan toe: “Zorg voor je doden”.
Peik krabt zich eens achter de oren: zeshonderd jaar geleden en nooit meer een werk toegevoegd? ‘Toen heb ik als kunstenaar de insteek gebruikt: Wat zou binnen het project van de bakkerij en het herbezinnen van de zeven werken het achtste werk van barmhartigheid kunnen zijn? Niet zozeer met als doel om er eentje te vinden, maar wel met als doel je te realiseren om te allen tijde verantwoordelijkheid te voelen om je te bemoeien met hoe mensen met elkaar omgaan. Eigenlijk zijn het gewoon gedragsregels.’

Een oven restaureren
Dit alles wordt uiteindelijk besproken in het college van regenten en die zeggen vervolgens tegen Peik: ‘Zonder een gedegen restauratieplan kunnen we niet verder. Want jij kunt die oven toch niet restaureren?’ Peik gaat op zoek naar een expert die een dergelijke restauratie kan uitvoeren. In Nederland blijkt die onvindbaar en hij komt uit bij de Belgische Gerrit van den Dries. Het college geeft zijn goedkeuring en de heren gaan aan de slag.
Peik: ‘In twee maanden tijd hebben we met zijn vieren, af en aan, de oven afgebroken en weer herbouwd. Gerrit zei: een oven restaureren is een oven afbreken en weer opbouwen.’

Bakevenementen
Wieger is blij met de huidige gang van zaken: ‘De oven is een wezenlijk onderdeel van ons verhaal, zeker ook op de plek waar hij staat. Het heeft erin geresulteerd dat we de oven weer op bijzondere evenementen gaan gebruiken om broden te bakken. Om het verhaal van onze stichting te vertellen maar misschien ook om er nieuwe verhalen aan te verbinden met mensen die er een baksessie doen en met elkaar aan de slag kunnen.’
Peik voegt daar aan toe: ‘We hebben samen met Wieger een verkennende workshop gehad met een aantal bewoners uit Amersfoort. Die hebben gereflecteerd op de zeven werken en gaan daar een mooi programma van maken. De bedoeling is nu dat we acht bakevenementen gaan organiseren, verspreid over twee of drie jaar, en die zullen allemaal één van die werken gaan belichten. Stel, je kiest het vluchtelingenprobleem, dan probeer je daar professionals, kunstenaars en denkers bij te betrekken die met twintig tot dertig mensen dat onderwerp uitdiepen. En dat moet dan ook weer leiden tot publicatie, is het plan.’
Wieger: ‘Het is een koerswijziging voor ons als regenten, maar het merendeel is inmiddels wel enthousiast. We zijn nog een beetje zoekende tijdens dit proces van de afgelopen jaren. Haha, dat lijkt misschien lang maar als je dat afzet tegen de tijd dat onze stichting door de eeuwen heen bestaat, is het nog relatief kort.’