Bart Groenewegen is een kunstenaar uit Rotterdam. Zijn vader bakte thuis brood en het geluid van broodbakken, het flappen van het deeg, doet Bart aan vroeger denken. Het zijn fijne herinneringen. Bart kan inmiddels ook bakken en gaat sinds de beginperiode mee naar Bakkerij de Hongerige Wolf in Groningen. Al vrij snel bedenkt hij dat hij zelf ook graag een bakkerij wil hebben, als nieuwe route in zijn leven; met meer rust en de structuur van het iedere week ‘moeten’ bakken. Dat lijkt hem wel wat.



Rotterdam, daar moet de bakkerij komen. In overleg met de mannen van ‘Stad in de Maak’ – waar mensen via een corporatie leegstaande huizen beschikbaar stellen en je als bewoner iets moet doen voor je stad - krijgt Bart een plek om een oven te bouwen. Allerlei omstandigheden zorgen ervoor dat het project bijna een jaar stilligt en Bart uiteindelijk weggaat bij Stad in de Maak.
Peik zegt: ‘We hebben Bart niet losgelaten en nu is de kogel door de kerk en staat de oven op wielen. De bakkerij kan nu meer ingezet worden bij projecten waar Bart in Rotterdam aan meedoet en daar is hij heel goed in. Bart heeft een heel mooi idee over eenvoud, vraag hem daar maar eens naar.’

Ultieme eenvoud
Bart vindt de bakkerij een vorm van ultieme eenvoud, want alles zit erin. ‘Kijk,’ zegt hij, ‘ook zonder woorden kun je bakken. Vaak ontstaat er een gesprek, maar het hoeft niet. Je bent bezig met het vuur en het vuur heeft zo zijn eigen tempo. Je hebt daar wel invloed op, maar je moet ook wachten tot het vuur doet wat je wil. Kijken en luisteren hoe het vuur knappert en het deeg zich gedraagt. Je bent ergens ook dienstbaar, of hoe zeg je dat? Het wachten relativeert en schept een klimaat van overdenken, van reflectie, van nieuwe ideeën.’
Hij valt even stil en gaat dan verder: ‘Het bakken is heel erg in het nu, ook fysiek. Het pakt het lijf er direct bij. Dat is zo’n mooie basis, daar kun je alles mee aanvliegen. Het brengt je in een staat van “zijn” waarin eenvoud gewoon heerst. In het “nu” zitten. In die zin schept eenvoud ruimte. Daarom kun je mijmeren en ontstaan er nieuwe ideeën en inzichten.’

Oven op wielen
De Rotterdamse wijk Bospolder-Tussendijken, in de volksmond beter bekend als BoTu, is de eerste wijk in de stad die van het gas af gaat.
Melle Smets is de kunstenaar achter het project met de “Human Power Plant”: de mens is zijn eigen energiebron. Bart is bij dit project betrokken met bakkerij De Stoker, een oven op wielen die sinds kort in een binnentuin in BoTu staat, als onderdeel van HET HUIS VAN DE TOEKOMST, op menskracht. ‘Om de sociale human power aan te zetten’, zegt hij.
De oven is nog niet helemaal klaar, Bart heeft nog wat ‘doe-dingen’ die hij wil afmaken in de tuin. Zoals een dakje boven de oven en de laatste leemlaag moet ook nog worden aangebracht. ‘Er zijn wat “gaten” die door de buurt ingevuld kunnen worden. Of misschien hebben de bewoners nog ideeën, dan kunnen we het samen doen. Dat nog niet alles helemaal vaststaat en mensen er zich nog in kunnen mengen, dat vind ik leuk, dan kunnen ze zich de oven ook een beetje toe-eigenen. Als er fervente bakkers zijn, dan leer ik ze ook graag stoken.’

Bakcultuur
Bart hoopt dat de direct omwonenden enthousiast zullen zijn en dat er een leuke bakcultuur kan ontstaan. ‘Dan werp ik me alleen op als stoker.’ De bewoners hebben ervan gehoord en binnenkort kunnen ze er voor het eerst kennis mee maken. En wat zou het mooi zijn als zij uiteindelijk de bakkerij over zouden nemen en de oven daar voor altijd kan blijven staan, in die binnentuin in BoTu.
Ja, hij heeft er zin in. Maar de overgang daarnaartoe geeft ook altijd wat stress. ‘Gaat het wel goed? Ik weet niet hoe het ontvangen gaat worden. Maar als ik daar straks ben en het vuur gaat aan, dan kantelt dat en is de rust er weer. Misschien is de rust er weer omdat mijn vertrouwen er dan weer is. Aan de oven sta ik in het hier en nu, en ben ik gelukkig. Als er dan ‘kritiek’ komt omdat de oven verandering brengt, dan trek ik dat wel, als ik gestrest ben veel minder. Aan de oven komt altijd alles goed, zo is het een beetje.’

Alles komt goed
Een paar dagen later belt Bart op; het was een mooie eerste kennismaking in de binnentuin. ‘Eén van de bewoners was bakker. Van hem kan ik nog leren broodjes draaien en hij weet hoe een goed Turks brood te maken. Volgende week komt hij weer, ook om een goede ovenschep te maken. Buren keken toe vanaf hun balkon, een beetje afwachtend. Sommigen kwamen een broodje mee-eten. Weer iemand anders bracht aardappelen mee om te poffen, omdat ze er teveel had voor zichzelf.’
Aan de oven komt inderdaad altijd alles goed